donderdag, maart 29, 2007

Nu hoort U het eens van een ander (16)

“Dus ze doen het ook met elkaar!” concludeerde Peter Van de Veire, nadat de juffrouw in de studio hem inlichtte over het feit dat vrouwen meer sex hebben dan mannen. Die informatie haalde ze uit Flair of P-Magazine…

Gehoord op Studio Brussel - De Grote Peter Van de Veire Ochtendshow - afgelopen dinsdag.

De hemel boven Brussel (7)


dinsdag, maart 27, 2007

Twee geslaagde avonden op rij

Soms moet je een waardevolle tip onbevooroordeeld durven aannemen en het enthoesiasme van de tipgever kunnen delen. Dat laatste is me helemaal niet vreemd, want in uitzonderlijke gevallen zijn de rollen omgekeerd en moet de tipgever me intomen.
Dat het twee veelbelovende muziekavonden zouden worden, stond al een tijdje in de sterren geschreven. Noch Bonnie ‘Prince’ Billy, noch Andrew Bird ontgoochelden, al had Bird wel wat langer mogen spelen. Die speelduur stond natuurlijk in schril contrast met de vorige avond, waar die éne man op het podium niet geneigd was om er snel mee op te houden.
Bonnie ‘Prince’ Billy vulde probleemloos de grote zaal van de Ancienne Belgique, terwijl zijn platen voor een groot publiek niet de meest toegankelijke zijn. Maar die avond slaagde hij er wonderwel in om communicatief en vrolijk te zijn. Andrew Bird bevestigde in de Botanique zijn kunde op viool en gitaar. Hij slaagde er zelf in om de viool als een gitaar te bespelen, en hoe!
Wat beide heren gemeen hebben, is de durf en behendigheid om op optredens niet klakkeloos de studioversie van hun muziek te brengen én hun ambachtelijke manier van musiceren. Dat delen ze wellicht uit het verleden, want Bird speelde ooit mee op platen van Bonnie.

donderdag, maart 22, 2007

Nieuwe spelling?


Zoektocht in/naar Amerika

Jeroen van Bergeijk’s boek “U.S.1 – Amerika na 11 september” vond ik tussen de reisgidsen. Vooral vanwege de ondertitel leek me dit eerder ongepast, maar na lectuur hoort het daar wel degelijk thuis.
Het is een vlot geschreven reisverhaal langsheen U.S. 1 , aan de Amerikaanse oostkust, van het noordelijke Maine tot het zuidelijke Florida. Doorheen de staten stapelen de vastgeroeste beelden van de States zich op, hoewel de auteur bijzonder alert blijft om niet in clichés te vervallen. Naast de beschrijvingen van de rit (in een oude Cadillac Coupé), gaat hij vooral op zoek naar mensen. Onderweg treft hij een heel divers publiek aan en telkens opnieuw wil hij weten wat 11 september voor hen betekende. Van Bergeijk is niet op zoek naar sensatie; hij vraagt hen niet wat ze op die bewuste dag deden, waar ze waren, maar welke impact het sindsdien heeft op hun leven. Hij was op zoek naar dat nieuwe Amerika langsheen de oudste snelweg!
In zijn epiloog lees je dat Amerika na 11 september niet opzienbarend veranderd is, hoewel er regionaal verschillen merkbaar zijn. Van het extreme opschrift ‘A good muslim is a dead one’ in Virginia tot de openlijke steun aan ‘Osama’s Place’ in North-Carolina. Amerika is niet te vatten in één slagzin en ‘United we stand’ is vooral een lokaal fenomeen. Na New York dringt zich een volgende reis naar Amerika op, maar dan wel op een gelijkaardige wijze; met een duidelijk doel en een mooie route.
Tenslotte hoop ik dat elke bibliotheek minstens één exemplaar van dit boek onder de rubriek “Maatschappij” catalogeerde, want daar hoort het ook thuis!

dinsdag, maart 20, 2007

De hemel boven Brussel (6)


maandag, maart 19, 2007

Wederkerige beelden - vervlogen werkdagen




Beide beelden zijn nauw verbonden met mijn werkdagen van het voorbije anderhalf jaar. Het linkse beeld situeert zich in de onmiddellijke omgeving van mijn voormalige werkplek, het rechtse is op enkele passen van mijn thuis. Het ene heeft gestadig veranderingen ondergaan, het andere bleef statisch. Al heel lang had ik me voorgenomen om deze beelden vast te leggen, maar het was pas op de allerlaatste (en toevallig ook zonnige) dag dat ik het deed.

zondag, maart 18, 2007

De hemel boven Brussel (5)


Dit is ironie!

Volgens Van Dale is ironie “de inkleding der gedachte waarbij men het tegendeel zegt van wat men eigenlijk te verstaan wil geven.” Alsof dat nog niet duidelijk genoeg is, werd vorige week een nieuw leesteken voorgesteld om dit aan te geven: een zigzaggend uitroepteken. De lachband voor de geschreven taal?

zaterdag, maart 17, 2007

De hemel boven Brussel (4)


Dictaturen in een democratie # 14

De dictatuur van de veiligheidsagenten laat geen enkele publieke of private vierkante meter onbewaakt. Het fenomeen manifesteert zich alom in de gedaante van laaggeschoolde mannen onder de dertig die vooral vanwege hun lichaamsbouw hiervoor geselecteerd werden. Die lichaamsbouw wordt nog explicieter door het trapeziumvormig hemd met epauletten, de felgekleurde das en een te strak aangespannen broeksriem. Het synoniem voor epauletten, zo lees ik in mijn Van Dale (negende uitgave 1982), is schouderbelegsel! De hesp en kaas van militairen leest als sterren en strepen, terwijl veiligheidsagenten het met een veelal te groot uitgevallen insigne moeten doen. De enige persoonlijke inbreng situeert zich ter hoogte van de kin, als een sikje, of iets lager, met een opzichtige dasspeld.

Hun verstand, voor zover hiervan sprake kan zijn, heerst ook binnen dit denkbeeldig trapezium. De honderden regeltjes die ze uit het hoofd moesten leren, liggen netjes opgestapeld onder de gemillimeterde haarsnit. Veelal beperkt de wisselwerking tussen de regeltjes, de epauletten en de broeksriem zich tot het verplaatsen van de tussenliggende lucht. Verbaal stellen ze niets voor, maar op het vlak van bodylanguage behoren ze tot de top. Hun attitude straalt gezag en zin voor orde uit, hun epauletten vertellen ons dat ze er zijn voor uw en mijn veiligheid! Wie zijn wij om dit in vraag te durven stellen?

De veiligheidsagenten zijn, als ze net buiten het gezichtsveld vallen, niet meer dan een humanere vorm van de antidiefstalhekjes. Als die hekjes fluiten, kijkt iedereen om zich heen met een attitude van “dit is niet voor/door mij”. Staat er toevallig een veiligheidsagent, dan laat je die even een open tas zien om na luttele seconden vrijuit te gaan, mét zijn goedkeuring.

Toen ik laatst op de luchthaven door zo’n specimen gekontroleerd werd en er hem attent op maakte dat dit mens-ergerend-en-onterend-gedoe de reinste onzin was, repliceerde hij me (pasklaar) dat het voor mijn veiligheid was. Ik antwoordde hem schouderkloppend “je hebt tenminste werk!”. De ironie is hem wellicht ontgaan en mijn veiligheid was het laatste van zijn zorgen…

vrijdag, maart 16, 2007

De hemel boven Brussel (3)


De nieuwe filantropen

De wereld is niet rechtvaardig en haar rijkdommen zijn allerminst eerlijk verdeeld. Cijfers tonen aan dat meer dan de helft van alle rijkdom in handen is van minder dan 10% van de wereldbevolking. Eind vorig jaar telde de wereld net geen 1000 personen met een eigen vermogen van minstens 1 miljard dollar. Ook binnen deze selecte groep is het nog oneerlijker verdeeld. Koploper Bill Gates klopte af op 56 miljard, terwijl de eerste Belg, Albert Frère, amper 3,1 miljard bezat.

Vorig najaar portreteerde De Morgen kritiekloos een select aantal van deze superrijken onder de titel “De nieuwe filantropen”. Deze nieuwe filantropen (waaronder Bill Gates) zijn van oordeel dat hun niets te verwijten valt en om die reden zijn ze gewillig om bij leven en welzijn een deel van hun onmetelijk fortuin te schenken aan een goed doel. Uiteraard bepalen ze zelf wat een goed doel is en hoeveel ze overdragen. Bill Gates schonk op een blauwe maandag 1 miljard (2% van zijn vermogen) weg. Onopgemerkt gebeurt het echter nooit, want een dankvolle knieval en de aanwezigheid van pers zijn de basisvoorwaarden. Te mijden en voor eeuwig te wantrouwen, dat gespuis!

Ik heb meer sympathie voor echte gangsters die zonder scrupules over lijken gaan om hun slag binnen te halen en dan als die spreekwoordelijke dief in de nacht vluchten en er een goed leven op nahouden in de hoop nooit (levend) gevat te worden. Dat zijn tenminste mannen met ballen!

donderdag, maart 15, 2007

De hemel boven Brussel (2)


Over de digitale intrede

Bij de jaarwisseling bleek het onomkeerbaar; de digitale fotografie deed haar intrede in mijn leven. Sindsdien gebruik ik het toestel (Sony DSC-W40) hoofdzakelijk om te experimenteren, want voor het ernstige werk vertrouw ik nog steeds op mijn Canon EF met verwisselbare 35 en 135mm lenzen en Olympus Mju II. Die analoge toestellen uit vorige eeuw hoeven voorlopig nog niets te vrezen, want aangaande kwaliteit komt die Sony amper in de buurt van de Kodak Instamatic die ik in 1969 voor mijn eerste communie kreeg.

Het gebruiksgemak en de snelheid waarmee je beelden kan verspreiden, zijn tot op heden de enige troeven die ik volmondig beaam en waarvan ik gretig gebruik maak. Digitale fotografie biedt deze extra’s, maar kan voorlopig de analoge fotografie niet vervangen.

Het zijn twee opmerkelijke gebreken waardoor ze (voorlopig) de strijd verliest. Het eerste is de vertraging tussen het moment van afdrukken en de beeldvorming. Zelf die 0,2 seconde maakt dat bij bewegende beelden het resultaat net niet het beeld is dat je wou vastleggen. De grote ontgoocheling!
Het tweede gaat over de samenstelling van het beeld en legt een wezenlijke beperking bloot. Eén pixel bevat slechts één van de drie basiskleuren of zwart, terwijl één korrel altijd de drie kleuren én zwart bevat. Koester geen illusies, want zelf een dure, digitale reflexcamera en Photoshop kunnen daar niets aan verhelpen.

woensdag, maart 14, 2007

De smaak van een apotheek

Toen ik een paar weken geleden de dokter consulteerde, schreef hij me Zinnat voor. De typische geur van een apotheek zal niemand vreemd zijn, maar de herkenning in mijn mond was ontegensprekelijk. Van bij de eerste inname wist ik het; zo smaakt een apotheek!

De hemel boven Brussel (1)

In november 2004 berichtte ik op deze blog over mijn ontzag voor vliegtuigen en de (tijdelijke) sporen die ze nalaten. Sindsdien is het een constante geworden om de hemel boven Brussel te observeren en met de intrede van digitale fotografie (*) kan ik het in beeld brengen.

(*) Over die intrede leest u eerstdaags een noodzakelijke toelichting.

maandag, maart 12, 2007

Nu leest U het eens elders (19)

“Een Agusta A-109 stoot per kilometer ongeveer 250 kilogram CO2 uit.”

Gelezen in het artikel “Flahaut chartert helicopter voor Al Gore’s film” (De Standaard).

Tweehondervijftig kilogram!?
In hetzelfde artikel las ik dat een helicopter ongeveer 10 tot 20 keer meer vervuilend is dan een wagen...

Valavond over Dilbeek


Nieuwswaarde

Het nieuwsbericht over de verongelukte militairen in Libanon keeg opeens een andere dimensie nadat een vriendin me meldde dat één van hen haar schoonbroer was. Ondertussen heeft het onderzoek uitgewezen dat een mechanisch gebrek aan de remmen de oorzaak was. Het blijft een tragisch einde van een vredesmissie, vooral voor de nabestaanden.

dinsdag, maart 06, 2007

Dictaturen in een democratie # 13

De dictatuur van de terreinwagen walst op ongeziene en onverstoorbare wijze over onze vlakke wegen. Onder het voorwendsel van veiligheid (eigen veiligheid eerst!) verplaatsen steeds meer mensen zich in deze onaangepaste voertuigen. De voertuigen op zich zijn een aanslag op het welzijn, want naast een hoger verbruik en een grotere omvang zijn ze ook nog spuuglelijk. De autoindustrie heeft het gat in de markt gevonden dat op de koop toe garandeert dat het gat in de ozonlaag dezelfde proporties blijft aannemen. In een tijd waar alle aandacht gaat naar verkleinen, mooier en vooral beter maken, is dit wel miskleun van het laatste deccenium.

Het is onbegrijpelijk dat de wetgeving zulke onaangepaste voertuigen toelaat op onze wegen, maar helaas zijn de rechtstreekse en onrechtstreekse inkomsten voor de staat niet te versmaden. Dat is wellicht ook de reden waarom bezitters van zulke voertuigen niet de minste gène hebben om die dingen aan te kopen en er zo potsierlijk mee uit te pakken. Het getuigt alvast niet van goede smaak en gezond verstand, maar dat kan hen gestolen worden.

Bovendien zijn veel van die voertuigen uitgerust met een automatische versnellingsbak waardoor het alle competentie vergt van de bestuurder om zich niet vast te rijden in modder of sneeuw. Gelukkig komen deze ergerlijke situaties hoogst zelden voor, want over de rijkwaliteiten van de desbetreffende chauffeurs valt niet te twijfelen; ze kunnen het niet!

In de meest courante omstandigheden slagen ze er relatief goed in om zich tussen de lijnen te bewegen, maar eens de beschikbare ruimte beperkt is, falen ze grandioos. De parkeerplaatsen zijn niet berekend op deze volumes en dus nemen ze gemiddeld anderhalve parkeerplaats in beslag. Voetpaden, borduren en andere obstakels vormen helemaal geen hinder. Integendeel, het is een waar plezier voor de chauffeur om deze oneffenheden te overbruggen zonder het ook maar te voelen.

En over die chauffeurs kan je nog veel meer bedenkingen opperen als je weet dat er ook ministers zijn die zulke voertuigen besturen. Worden die niet geacht het goede voorbeeld te geven en vooreerst ons land goed te besturen?