dinsdag, april 26, 2005

Mijn merkwaardige collega's

In mijn resolute keuze voor tijdelijk werk, trok ik vandaag de deur achter me dicht met de zekerheid dat ik er morgen niet hoef te staan. Achteruitblikken mag nu even, want aan merkwaardige figuren was er bij deze werkgever geen gebrek.

De eerste is al meteen een zeer bijzonder figuur.
Hij is een verkoper, dat zie je aan de kledij en zijn onregelmatige aanwezigheid op kantoor. Verscholen achter een laptop tikt hij met één vinger brieven. “Ge-ach-te heer (komma, andere lijn) aan-slui-tend op ons te-le-fo-nisch on-der-houd van he-den (komma) be-ves-tig ik u hier-me-de …”. Wanneer ik mijn tweede koffie ga halen hoor ik hem nog steeds mompelen, “met vrien-de-lij-ke groe-ten”!

Nummer twee is mijn rechtstreekse, mannelijke collega; een verkoper die nu een beetje op non-actief gezet is en administratieve taken dient te vervullen. Hij schrijft liever geen brieven met de computer en is een fervent gebruiker van het kopieerapparaat. Alles wordt minstens in tweevoud gekopieerd. Hij rookt goedkope Aldi-sigaretten van het merk “Route 66”. Hij draagt altijd geruite hemden en kleurrijke, gestreepte dassen. Elke middag gaat hij op restaurant eten met andere collega’s. Om 3 voor 5 houdt hij het voor bekeken en verlaat met een glimlach en een zwier het kantoor.
Het weekend vult hij met miniatuurwagens en –treinen.

De gekste (letterlijk) is een juffrouw die me de eerste dagen begroette met “bonjour monsieur”. Een paar dagen later vernam ik, bij het koffieapparaat, dat ze Nederlandstalig is. Op onverklaarbare wijze slaagde ze er toch in om me de volgende dagen alweer te begroeten met een statige “bonjour monsieur”, gevolgd door “comment allez-vous?”. Bij navraag fluisterende “nummer twee” me dat binnen het bedrijf een ongeschreven regel geldt dat elk verdiep zijn gek dient te hebben. “Dan maar liever een mooie!” was zijn besluit.

De grote baas is een boerenzoon ergens uit Oost-Vlaanderen. Hoewel de voertaal Frans is en hij aardig zijn best doet, is zijn accent een beetje te gortig. Hij is heel joviaal en goedlachs en kan perfect delegeren. Iedereen krijgt van hem het nodige respect.

Zijn secretaresse heeft altijd een glimlach paraat. Elke ochtend registreert ze, wanneer ik langs haar bureau passeer op weg naar mijn eerste koffie, mijn aankomstuur en ik durf er mijn hele, toekomstige vermogen op te verwedden dat ze er keer op keer haar collega over aanspreekt. Ze maakt geen gebruik van de refter, ze eet haar boterhammen aan haar bureau. Ze lijkt me het perfecte voorbeeld van de “laffe” collega die, zodra je je omdraait, dolken in je rug priemt.

En tenslotte is er de allercharmantste; mijn naaste collega, moeder van een 10-jarige zoon (die Chinees leert en viool speelt). Ze heeft stralende blauwe ogen, een goed gevoel voor humor en een natuurlijke elegantie. De ene dag gaat ze gekleed in een mooi pakje, de andere dag heel gewoontjes in jeans. Ze spreekt bovendien vlot Frans, Italiaans, Nederlands en Engels (heel merkwaardig met die typische “h” aangeblazen bij woorden die helemaal geen “h” als beginletter hebben). Als ik in het begin al eens een foutje durfde te maken, nam ze het altijd op voor mij. Kortom, heel veel wederzijds respect.

2 reacties:

Blogger Ann zei...

Geen chocola deze keer?

27/04/2005, 13:19  
Blogger Luc zei...

Toch wel, een grote doos pralines (Leonidas) waar we meer dan een week over deden. Hoe kon ik dat feit vergeten?!

27/04/2005, 19:54  

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage