Lokaal transport
Bussen in Afrika, het is echt een belevenis. Veiligheidsmaatregelen zijn er om genegeerd te worden en er is nog altijd plaats voor minstens één man/vrouw. Kortom, verhalen over lokaal transport in Tanzania.
De lokale bussen zien er niet uit. In België zouden we die niet naar derdewereldlanden durven verschepen, maar daar rijden ze nog dagelijks. We blijven buiten verdenking, want in dit land rijden ze links! Een genummerde zitplaats op het ticket is enkel een garantie dat je het traject zittend mag doorstaan. Alle andere reizigers moeten zich tevreden stellen met een staanplaats. Dat deden we ook tijdens onze voorlaatste busrit van Kilwa naar Mtwara, ongeveer 300 kilometer over onverharde wegen. De allerlaatste busrit in Oost-Afrika ging van Arusha naar Nairobi. Eens de grens tussen Tanzania en Kenya voorbij meldde de chauffeur doodleuk “Ok, fasten your seatbelts, we’re now in Kenya”! Bussen stoppen ook nooit, al rijdend worden passagiers afgeworpen, terwijl anderen aan boord klimmen. Tijd is een troef voor de snelste bus en de bestuurder verdient hiermee zijn strepen.
De luxebussen in Tanzania heten “Scandinavian” en op het vervoersdocument staat uitdrukkelijk dat levend vee niet mag vervoerd worden. Bijna aangekomen op de eindbestemming stapte er een man af met een levende kip in een plastiekzak. Geen haan die hierover kraaide!
Het ander alternatief heet “taxi”. Zowaar een globaal begrip dat helaas ook vatbaar is voor locale interpretatie. In Tanzania hoef je enkel over een wit voertuig te beschikken om die naam waardig te zijn. In praktijk betreft het alle voertuigen die uit Japan geïmporteerd werden met een bouwjaar beginnend met een “8”. Het stuurwiel zit dan ook aan de ‘verkeerde’ kant, dat maakt het des te verwarrend aangaande voorrangsregels. Voeg daar een uitbundige stereo-installatie aan toe en je hebt meteen begrepen dat rijden een geheel andere dimensie kan hebben. De afspraken zijn vrij simpel, je komt een prijs overeen voor de bestemming en het bedrag wordt pas bij aankomst betaald. Eventuele wachttijden zijn hierbij niet inbegrepen en de chauffeurs hebben een ongelooflijk gevoel voor tijd als het hierop aan komt. Maar wij blijven de keizers van de kassa!
Het laatste alternatief heet “dalla-dalla”, een hoogst veredelde vorm van lokaal transport. Het betreft een soort minibussen die eens ze volgeladen zijn naar een vooraf bepaalde bestemming rijden. Vol is ook in deze context een relatief begrip. De prijs is vastgesteld en hierover kan met moeite discussie ontstaan. Maar de wankele toestand van de gebruikte voertuigen grenst aan het ongeloofwaardige. Tijdens één bewuste rit bleek dat de achterklep van het voertuig de gehele structuur van het voertuig in stand hield (of niet). En dan heb ik het nog niet over de rijvaardigheden van de bestuurder.
In Afrika geldt er maar één regel, het aantal zitplaatsen maal twee is het maximum personen dat je kan vervoeren, al de rest is ballast. En daar wordt heel zwaar voor betaald!
Tijdens één busrit moesten 6 geiten gevangen en opgeladen worden. Dat waren wachttijden én ballast. De eigenaar van die dieren heeft dan ook royaal mogen betalen bij aankomst. Gelukkig is een rugzak geen ballast, want dat hebben ze in Afrika wel (of nog niet) begrepen!
De lokale bussen zien er niet uit. In België zouden we die niet naar derdewereldlanden durven verschepen, maar daar rijden ze nog dagelijks. We blijven buiten verdenking, want in dit land rijden ze links! Een genummerde zitplaats op het ticket is enkel een garantie dat je het traject zittend mag doorstaan. Alle andere reizigers moeten zich tevreden stellen met een staanplaats. Dat deden we ook tijdens onze voorlaatste busrit van Kilwa naar Mtwara, ongeveer 300 kilometer over onverharde wegen. De allerlaatste busrit in Oost-Afrika ging van Arusha naar Nairobi. Eens de grens tussen Tanzania en Kenya voorbij meldde de chauffeur doodleuk “Ok, fasten your seatbelts, we’re now in Kenya”! Bussen stoppen ook nooit, al rijdend worden passagiers afgeworpen, terwijl anderen aan boord klimmen. Tijd is een troef voor de snelste bus en de bestuurder verdient hiermee zijn strepen.
De luxebussen in Tanzania heten “Scandinavian” en op het vervoersdocument staat uitdrukkelijk dat levend vee niet mag vervoerd worden. Bijna aangekomen op de eindbestemming stapte er een man af met een levende kip in een plastiekzak. Geen haan die hierover kraaide!
Het ander alternatief heet “taxi”. Zowaar een globaal begrip dat helaas ook vatbaar is voor locale interpretatie. In Tanzania hoef je enkel over een wit voertuig te beschikken om die naam waardig te zijn. In praktijk betreft het alle voertuigen die uit Japan geïmporteerd werden met een bouwjaar beginnend met een “8”. Het stuurwiel zit dan ook aan de ‘verkeerde’ kant, dat maakt het des te verwarrend aangaande voorrangsregels. Voeg daar een uitbundige stereo-installatie aan toe en je hebt meteen begrepen dat rijden een geheel andere dimensie kan hebben. De afspraken zijn vrij simpel, je komt een prijs overeen voor de bestemming en het bedrag wordt pas bij aankomst betaald. Eventuele wachttijden zijn hierbij niet inbegrepen en de chauffeurs hebben een ongelooflijk gevoel voor tijd als het hierop aan komt. Maar wij blijven de keizers van de kassa!
Het laatste alternatief heet “dalla-dalla”, een hoogst veredelde vorm van lokaal transport. Het betreft een soort minibussen die eens ze volgeladen zijn naar een vooraf bepaalde bestemming rijden. Vol is ook in deze context een relatief begrip. De prijs is vastgesteld en hierover kan met moeite discussie ontstaan. Maar de wankele toestand van de gebruikte voertuigen grenst aan het ongeloofwaardige. Tijdens één bewuste rit bleek dat de achterklep van het voertuig de gehele structuur van het voertuig in stand hield (of niet). En dan heb ik het nog niet over de rijvaardigheden van de bestuurder.
In Afrika geldt er maar één regel, het aantal zitplaatsen maal twee is het maximum personen dat je kan vervoeren, al de rest is ballast. En daar wordt heel zwaar voor betaald!
Tijdens één busrit moesten 6 geiten gevangen en opgeladen worden. Dat waren wachttijden én ballast. De eigenaar van die dieren heeft dan ook royaal mogen betalen bij aankomst. Gelukkig is een rugzak geen ballast, want dat hebben ze in Afrika wel (of nog niet) begrepen!
1 reacties:
Volledig juiste (en mooie) weergave van het lokaal transport in Tanzania.
Aan verhalen geen gebrek: (taxi)rit met 11 man in een gewone personenwagen..., dala dala zonder ruitenwissers die blijft doorrijden in een hevige regenbui..., ramen die maar niet willen sluiten (zeer onaangenaam bij lange busrit met regenweer en het hebben van een verkoudheid)...
Dominiek
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage